“Dag boom, dag paard, dag Bio Vakantieoord”
Een vraaggesprek met twee oudgedienden van Bio:
Wim Marsen, hoofd tuindienst (1980 – 2015) en
Karin Limberg, bedrijfsleidster Manege in ‘t Biobos (1989 – heden)
[Wim] Toen ik in 1980 hier begon stond de oude manege er nog. ‘Interne kinderen’ reden op de paarden ter ontspanning. Pas later werd dat therapeutisch.
[Karin] Op het hoogtepunt hadden we structureel 40 kinderen als ruiters.
De leerlingen van de Mytylschool kwamen eerst kennis maken met dieren in de kinderboerderij en gingen dan meehelpen met hokken schoonmaken en voeren. Daarna gingen ze therapeutisch rijden.
[Wim] Er is ook een jaar geweest dat de kinderen bij ons meehielpen in de kassen. Dat was in de jaren ’80. Toen wilde de directie graag dat we zelfvoorzienend werden. Dat is nu weer heel modern.
[Karin] Op dit moment komt helaas geen enkel kind van Mytylschool therapeutisch bij ons rijden. Dat ligt vooral aan de zorgverzekering, die vergoedt het niet meer.
[Wim] Ik begrijp dat niet. Je kunt zien dat de kinderen erop vooruit gaan als ze kunnen rijden. En ze bouwen een band op met het paard.
[Karin] Zoals met een hulphond, het moet klikken. Daarom kopen we niet zomaar een paard.
Er wordt nogal eens gedacht dat onze paarden traag zijn en wel het een of ander mogen mankeren. Niets is minder waar. De paarden moeten juist goed van lijf en leden zijn om onze ruiters een zeer fijn uurtje op hun rug te kunnen bezorgen. Onze ruiters zijn speciaal, onze paarden ook. Juist als onze paarden goed in hun vel zitten, kunnen zij de ruiters met een beperking wat bieden.
[Wim] Bosbouwers willen zo min mogelijk doorsnijdingen, dat is minder goed voor het bos.
[Karin] Onze paarden en ruiters vinden het leuk om soms dwars door het bos te gaan, dat biedt afwisseling!
[Wim] Dus in de praktijk ontstaan vanzelf ruiterpaden, doordat er populaire routes ontstaan. En die onderhouden wij dan weer.
[Karin] Een leuk spel tussen manege en beheer 🙂